Rondje Zwolle: veel hardlopers

Gosh, wat een hardlopers rennen op een woensdagavond rond. Ik denk dat ik zo’n honderd hardlopers ben tegengekomen tijdens het fietsen van het rondje Zwolle. Zo’n 42 kilometers rondom de stad. Met name in het Westerveldsebos stikt het van de hardlopers. Maar goed, het rondje is ongeveer zo lang als een marathon. Ik heb nooit begrepen dat de mensen die twee jaar lang de Zwolse marathon hebben georganiseerd nooit hebben gekozen voor het rondje Zwolle, is vele malen mooier dan een op en neertje naar Kampen. Het is prachtig hoor, het rondje. Vanaf Zwolle- Zuid via de Wythmenerplas richting Berkum. En dan zie je mooie dingen. Parasailers of hoe je ze ook mag noemen vlogen in het rond boven een weiland vlak voor Berkum, als je het achterlangsweggetje neemt. Goed voor het stuurgevoel, vooral als je voor het eerst weer op de racefiets zit. Tussen de Verlaten door en dan rondom Berkum, linksaf een schitterend dijkje langs de Berkummerkolk en dan richting de Agnietenplas. Vooral het fietspad vanaf de Agnietenplas naar de Wijde Aa is heel mooi om te trappen. En daar begon het al met hardlopers. Tussendoor naar de Wijde Aa werd het steeds drukker met wandelaars, hardlopers en Jan Vayne. Het was even goed opletten op de paaltjes want soms staan ze na een kruising of zijn bijna niet te vinden. Met enig keer en draaiwerk vond ik ze toch tot het Westerveldsebos. En daar struikel je over de hardlopers. Tientallen rennen er rond en vooral in groepjes. Van jong tot oud. Zelfs van heel jong tot heel oud. Een trainer voor of achterop en rennen maar. Schitterend gezicht, natuurlijk. Je komt van alles tegen. Een loslopende hond die zijn baas kwijt is. Ik stopte even en lokte de hond. Hij kwam, maar ik zag geen baasje. De hond koos er voor om zijn eigen weg te zoeken.Hij raakte uit het zicht en ik fietste door. Op het beginpunt van de mountainbikeroute stopte ik even. De fietsroute ging over het mountainbikepad. En dat is geen weggetje om met een racefiets overheen te gaan, dus ik koos voor de verharde route. Massa’s hardlopers kwamen me tegemoet. Ik denk dat er wel een dikke vijftig man rondrende. Ik volgde de route richting Stadshagen. De brug over en dan denkt men dat fietsers een trappetje af kunnen terwijl honderd meter verderop een afslag is. Wel is het goed opletten hoe de route verder gaat. Linksaf dus richting het parkoers van de Zwolse triatlon. En dan een tussendoorpaadje. Een groep van dik dertig lopers voor mij. Ik belde een paar keer, maar men hoorde mij niet. Toen ik de laatste lopers inhaalde werd er geroepen ‘Fietser van achteren’.  Er zijn dan mensen die achterom kijken met een blik van ‘Oja?’ en dan is het even oppassen. Want als ze over de linker schouder kijken gaan ze ongemerkt naar links. Dat geldt voor fietsers en hardlopers. Maar goed, in Stadshagen raakte ik het spoor bijster. Een paaltje wees rechtdoor en daarna zag ik ze niet meer. Dus ik besloot via de Werkerlaan richting de Twistvlietbrug te gaan, een stukje door de stad naar het Engelse Werk. De halve stad is opgebroken, dus met enig laveren kwam ik bij het Engelse Werk. Toen had ik al dertig kilometer gehad.Van de Schellerdijk weet ik dat het een zeer populaire hardlooproute is. Ik loop er zelf ook vaak. Het was ook hier behoorlijk druk met hardlopers. En toen kwam ik de paatjes weer tegen van het Rondje Zwolle en volgde braaf de route. Dijk af, dijk op, tussendoortje naar de IJsselcentrale. Ik weet dat ik het fietspad had moeten nemen, maar vind de route over de Jan van Arkelweg iets veiliger. Het begon al donker te worden. Vervolgens een stuk van het nieuwe fietspad en door het Marsbos om uiteindelijk op ruim 42 kilometer uit te komen. Niet slecht voor een woensdagavond lekker trappen. Het weer en de enthousiaste hardlopers maakten dit rondje tot een klein feestje. Ik weet nu ook hoever 42 kilometer is. Ik wil dat volgend jaar gaan lopen. Dus dat wordt trainen op het Rondje Zwolle. Als ik tenminste niet weer het spoor bijster raak. Volgende keer toch maar in Stadshagen goed opletten waar ik het paaltje heb gemist. rondjezwolle

Bicuspide, ook wel hartkleplijden

Ik voelde een ‘maar’ aankomen bij de cardioloog. En die kwam er ook. Op zich was alles goed, maar toch… De fietstest ging goed, ik hoefde niet eens tot het uiterste te gaan. Proberen om de toerenteller tussen de 60 en 70 te houden en de weerstand werd opgeschroefd. De bloeddruk werd gemeten en de assistente was tevreden. Ik fietste nadat de berekende waarden waren bereikt nog even wat uit en met een klein kwartiertje was ik klaar. En daarna door naar de cardioloog die de resultaten bekeek en mij een videofilm liet zien van mijn hart. Maar toen kwam het hoge woord eruit: ik heb bicuspide. Een aangeboren afwijking waarbij de klep tussen het hart en de aorta uit twee delen bestaat in plaats van drie of soms zelfs vier. En dat kan boezemfibrilleren veroorzaken legde de cardioloog uit. Oja, en ik heb een verdikte hartspier wat komt door sporten. Maar goed, bicuspide, de klep zorgt er voor dat het bloed van het hart de aorta instroomt en niet terug. Mensen die twee ‘blaadjes’ hebben in plaats van drie, hebben last van wat snellere slijtage van de klep. De Belgen hebben er een woord voor gevonden: hartkleplijder.

Een van de prangende vragen was natuurlijk of sporten in het geding komt. Maar dat komt het niet #geruststelling. Vanwege sporten is dit naar boven gekomen. Het boezemfibrilleren is vermoedelijk ‘getriggerd’ door sport en omdat ik onderuit ging kwam ik terecht bij cardiologie, met de vervolgonderzoeken. Echt gevaarlijk is het niet, lijkt me. Ik kan mijzelf er eigenlijk geen oordeel over vormen. Er staat zoveel op internet.

Ik lees: Er is een verhoogde kans dat in de loop van het leven de klep problemen gaat geven – hetzij vernauwing, hetzij lekkage – die op latere leeftijd aanleiding geven tot operatie. Vaak ontstaan de problemen op latere leeftijd.  

Ik mag gewoon blijven sporten van de cardioloog, ik moet volgend jaar weer een hartfilmpje laten maken en voor de rest gewoon blijven doen wat ik nu ook doe. Ik kan dus gewoon blijven knallen met hardlopen of fietsen. Het enige wat is veranderd is dat ik nu weet heb van bicuspide.

Ik, als aortakleplijder moet wel ontstekingen in de gaten houden omdat deze gemakkelijker op de hartklep kan nestelen en sowieso als ik weer boezemfibrilleren krijg wat sneller mij melden om te zorgen dat het hart weer gewoon gaat kloppen. Het zijn zaken waarmee ik kan leven. En nog lekker lang ook!

biscuspide

Herstel vertrouwen na akkefietje

Ik had gisteren eigenlijk willen gaan hardlopen. Na het akkefietje van het weekeinde vond ik dat ik wellicht een lichte training zou kunnen maken. Ook om mijn vertrouwen in mijn hart te herwinnen. Maandag was ik nog behoorlijk moe.  Gisteren was ik nog niet heel fit en besloot om de brief van Cardiologie even naar mijn huisarts te brengen. Even fietsen om te kijken hoe mijn rikketik zich gedraagt tijdens inspanning. En dan is het altijd beter om dat in de bewoonde wereld te doen dan ergens buitenaf. Aangezien ik over afzienbare tijd een fietstest krijg, dus maar even vast oefenen. Dus ik mijn hartslagband om, horloge en op pad. Met de wind tegen viel het me niet mee. Of verwacht ik teveel van mijzelf? Ik kwam hijgend aan bij de huisarts. Even naar binnen om de brief af te geven en weer terug, met de wind in de rug. Het tempo was goed, en steeds keek ik op mijn horloge naar mijn hartslag. Ietsje hoger dan ik had verwacht? Door de Hortensiatunnel en omhoog, even fiks klimmen. Ik raakte niet achter mijn adem, dat is positief. Ik was op het vlakke toen mijn telefoon ging. Mijn hartslag was 135 en toen ik stopte vloog hij gelijk naar beneden tot tegen de 100. Teken van goede conditie. Hoe sneller de hartslag zakt, des te beter de conditie. Maar goed, het hardlopen maar even uitstellen… Het belangrijkste is om mijn vertrouwen te herwinnen. Twee jaar geleden sloeg mijn hart op hol, een kleine week voor de halve marathon van Zwolle. Mijn eerste halve marathon. Met een weekje rustig aan was mijn vertrouwen voldoende om 21 kilometer te lopen. Dus straks eens even kijken hoe mijn hart zich houdt tijdens het hardlopen, vooral of ik na afloop geen bijzonderheden zie in mijn hartritme. Dus zo de loopschoenen aan…

Rustdagen

Ik heb dit jaar nog geen meter hardgelopen. Het is al de derde dag in het nieuwe jaar. Het kriebelt wel, maar ik heb mezelf rustdagen beloofd tot zondag: morgen dus. Als compensatie vandaag wel een kleine tien kilometer hardgefietst. Op een gewone [leen]fiets, zonder versnellingen en met een te laag zadel. Ik moest van A [thuis] naar B [garage]. Ik zag het als mooie compensatie om een dik half uur te rossen. Zo hard mogelijk, dus. Na de verkeerslichten bij het winkelcentrum kreeg ik vrij baan op het Steenweteringpad. Ik passeerde soepeltjes een paar hardlopers en hoorde Endomondo de tussentijd van drie kilometer doorgeven. Ik rekende op een kilometer of acht te moeten fietsen. Het ging lekker, wind tegen en af en toe tegemoetkomend verkeer. Op het Zandweteringpad kwam ik weer een paar hardlopers tegen en daarna haalde ik een bejaard paar in dat de hele fietspad in gebruik had. Even ging de man wat naar rechts en ik flitste ze voorbij. Ik zag dat de man schrok, maar mijn bel deed het niet. Sorry, hoor! Vier kilometer in twaalf minuten. Na het verlies bij de verkeerslichten toch kilometertijden van 2.44 per kilometer. Na vijf kilometer werd het even zwaar richting Engelse Werk. Er zit een vals klimmetje in het fietspad. Na het restaurant naar links en daarna weer links over de Spoolderbergweg door. Ik kan er ook overheen, maar dan moet ik stoppen voor de verkeerslichten, dus ik fiets liever naar beneden en aan de andere kant weer omhoog. En dan komt het mooiste stuk over de sluizen om via een stukje Meentheweg weer een fietspad te pakken. Ik hoor de app op het acht kilometerpunt. Het is toch verder dan ik dacht. Een wat oudere hardloper schrikt als ik hem inhaal. Hij is in concentratie. Vervolgens een stuk Turnhoutsweg. Nog een kilometertje. Ik verbaas mezelf dat ik mezelf nog niet in zweet heb gejaagd. Wel hard gefietst, dus mijn conditie is goed. Het is een goed teken voor volgende week zondag als ik weer aan de start sta van een van Neerlands mooiste halve marathons: egmond. Morgen mag ik weer lopen. Ik pieker over de kilometers die ik wil gaan maken. Het is tenslotte het begin van de rustig-aan-week voor de halve marathon. Volgende week een paar keer een kilometer of zes a acht doen en vooral rustig aan. Wat ga ik morgen doen, vraag ik mezelf af. Ik ga mezelf morgen belonen door de route Ik-ga-het-wel-zien lopen. Gewoon de voordeur uitstappen en dan zie ik wel waar mijn voeten mij brengen. Heerlijk!