Steile klimmetjes in het Westerveldsebos

Ik zit me af te vragen hoe steil de klimmetjes in het Westerveldsebos zijn. Een ding is zeker: heel steil. Als ik goed reken kom ik gemiddeld boven de tien procent uit. Ik loop er hard, ik kom er met de mountainbike of met de racefiets. Dat laatste is mij deze week slecht bevallen. Met het vierde rondje ging ik onderuit. Een pijnlijke enkel, knie, heup en schouder tot gevolg, maar goed. De voormalige vuilnisbelt is een uitdaging. Ook hardlopend, dus. De klim is domweg pittig. De eerste keer gaat wel, maar dan de volgende keren. Mijn tijd staat op 9.07 als snelste tijd met de klok meegerekend. Een rondje is 1700 meter en dat betekent toch 5.21 minuut/km. Niet slecht, denk ik dan als je de steile klim inclusief hebt. Een rondje betekent zeshonderd meter aanloop, dan driehonderd meter klimmen en driehonderd dalen om nog achthonderd meter vlak te lopen. Vooral de afdaling is goed opletten hoe je je voeten zet. Het gaat toch met twaalf in het uur naar beneden en dan hou ik me in. Het tweede rondje kostte me een halve minuut extra, want de vermoeidheid slaat toe en de heuvel lijkt steeds langer te worden. En toen kwam het onweer er aan en dus snel de auto opzoeken, uit veiligheid. Ik heb geen zin om door bliksem te worden geraakt. De zware bui trok vlak langs me heen. De donkere lucht was mooi om te zien, maar ook behoorlijk intimiderend. Ik was van plan om drie keer linksom en drie keer rechtsom te gaan lopen. Maar de voorspellingen waren niet goed, dus besloot ik om nog twee keer rechtsom te gaan lopen. Ik wilde mezelf testen. Na een klein kwartiertje was de bui ver genoeg weg om rechtom te gaan lopen. De zon kwam door de wolken en het was zelfs warm. Dus de auto op slot en gaan rennen. Ik vond de klim steiler dan de eerste twee rondjes en kostte me dan ook 10 seconden extra ten opzichte van het tweede rondje. Het laatste rondje kon ik de ‘schade’ beperken tot 9.29 door de laatste driehonderd meter er nog een flinke sprint uit te trekken. Maar was was die klim zwaar, zeg. De klim is niet lang, maar wel steil. Zelfs met de racefiets en mountainbike is hij heftig, maar dan kun je nog een paar tandjes terug schakelen. Hardlopend eerst wat kleinere passen maken maar dan komt het onvermijdelijke dat ik toch even moet wandelen. Maar goed, oefening kweekt kunst. Dus de volgende keer ben ik extra gewaarschuwd om voor de heuvels iets wat minder gas te geven om rennend boven te komen. Als dat al lukt. Dat het een mooie trainingslocatie is, is duidelijk als je ziet hoeveel mensen er tegenwoordig hardlopen.

westerveldsebos

Rondje Zwolle: veel hardlopers

Gosh, wat een hardlopers rennen op een woensdagavond rond. Ik denk dat ik zo’n honderd hardlopers ben tegengekomen tijdens het fietsen van het rondje Zwolle. Zo’n 42 kilometers rondom de stad. Met name in het Westerveldsebos stikt het van de hardlopers. Maar goed, het rondje is ongeveer zo lang als een marathon. Ik heb nooit begrepen dat de mensen die twee jaar lang de Zwolse marathon hebben georganiseerd nooit hebben gekozen voor het rondje Zwolle, is vele malen mooier dan een op en neertje naar Kampen. Het is prachtig hoor, het rondje. Vanaf Zwolle- Zuid via de Wythmenerplas richting Berkum. En dan zie je mooie dingen. Parasailers of hoe je ze ook mag noemen vlogen in het rond boven een weiland vlak voor Berkum, als je het achterlangsweggetje neemt. Goed voor het stuurgevoel, vooral als je voor het eerst weer op de racefiets zit. Tussen de Verlaten door en dan rondom Berkum, linksaf een schitterend dijkje langs de Berkummerkolk en dan richting de Agnietenplas. Vooral het fietspad vanaf de Agnietenplas naar de Wijde Aa is heel mooi om te trappen. En daar begon het al met hardlopers. Tussendoor naar de Wijde Aa werd het steeds drukker met wandelaars, hardlopers en Jan Vayne. Het was even goed opletten op de paaltjes want soms staan ze na een kruising of zijn bijna niet te vinden. Met enig keer en draaiwerk vond ik ze toch tot het Westerveldsebos. En daar struikel je over de hardlopers. Tientallen rennen er rond en vooral in groepjes. Van jong tot oud. Zelfs van heel jong tot heel oud. Een trainer voor of achterop en rennen maar. Schitterend gezicht, natuurlijk. Je komt van alles tegen. Een loslopende hond die zijn baas kwijt is. Ik stopte even en lokte de hond. Hij kwam, maar ik zag geen baasje. De hond koos er voor om zijn eigen weg te zoeken.Hij raakte uit het zicht en ik fietste door. Op het beginpunt van de mountainbikeroute stopte ik even. De fietsroute ging over het mountainbikepad. En dat is geen weggetje om met een racefiets overheen te gaan, dus ik koos voor de verharde route. Massa’s hardlopers kwamen me tegemoet. Ik denk dat er wel een dikke vijftig man rondrende. Ik volgde de route richting Stadshagen. De brug over en dan denkt men dat fietsers een trappetje af kunnen terwijl honderd meter verderop een afslag is. Wel is het goed opletten hoe de route verder gaat. Linksaf dus richting het parkoers van de Zwolse triatlon. En dan een tussendoorpaadje. Een groep van dik dertig lopers voor mij. Ik belde een paar keer, maar men hoorde mij niet. Toen ik de laatste lopers inhaalde werd er geroepen ‘Fietser van achteren’.  Er zijn dan mensen die achterom kijken met een blik van ‘Oja?’ en dan is het even oppassen. Want als ze over de linker schouder kijken gaan ze ongemerkt naar links. Dat geldt voor fietsers en hardlopers. Maar goed, in Stadshagen raakte ik het spoor bijster. Een paaltje wees rechtdoor en daarna zag ik ze niet meer. Dus ik besloot via de Werkerlaan richting de Twistvlietbrug te gaan, een stukje door de stad naar het Engelse Werk. De halve stad is opgebroken, dus met enig laveren kwam ik bij het Engelse Werk. Toen had ik al dertig kilometer gehad.Van de Schellerdijk weet ik dat het een zeer populaire hardlooproute is. Ik loop er zelf ook vaak. Het was ook hier behoorlijk druk met hardlopers. En toen kwam ik de paatjes weer tegen van het Rondje Zwolle en volgde braaf de route. Dijk af, dijk op, tussendoortje naar de IJsselcentrale. Ik weet dat ik het fietspad had moeten nemen, maar vind de route over de Jan van Arkelweg iets veiliger. Het begon al donker te worden. Vervolgens een stuk van het nieuwe fietspad en door het Marsbos om uiteindelijk op ruim 42 kilometer uit te komen. Niet slecht voor een woensdagavond lekker trappen. Het weer en de enthousiaste hardlopers maakten dit rondje tot een klein feestje. Ik weet nu ook hoever 42 kilometer is. Ik wil dat volgend jaar gaan lopen. Dus dat wordt trainen op het Rondje Zwolle. Als ik tenminste niet weer het spoor bijster raak. Volgende keer toch maar in Stadshagen goed opletten waar ik het paaltje heb gemist. rondjezwolle