Blij met de BB-loper

Ik moet nog even terugdenken aan een loop van een kleine twee weken geleden. Ik las net een bericht over groeten. De suggestie was dat hardlopers elkaar niet groeten. Ik ervaar dat hier anders, gelukkig. Mensen steken hier vaak de hand naar elkaar op als ze elkaar tegen komen. En af en toe krijg je een glimlach van een huppelend paardenstaartje. Zo langzamerhand begin je mensen te herkennen als je ze tegenkomt met hardlopen. En dat is leuk en het schept toch een kleine band met elkaar. Maar het meest blij was ik een dikke anderhalve week geleden met een BB-loper. Het was de woensdag dat het hagelde en tussen de buien door wilde ik een rondje Schellerdijk gaan doen. Nou kwam de wind vanuit het noordwesten dus ik besloot om tegen de wind in achter de dijk te gaan lopen via de Kleine Veerweg om op de Schellerdijk de wind achter te hebben. Het was ook een van de eerste keren dat ik weer pijnvrij kon lopen, dus ik ging in de middag op pad. Er was net een flinke bui gevallen en op buienradar zag ik dat het nog wel even droog bleef. En ik moet zeggen, het begon goed. Ik wilde niet te hard van stapel lopen om vervolgens ergens halverwege opgeraapt te moeten worden. Dus hield ik mijn tempo de eerste kilometers op 5.30 km/u. Tegen de wind zakte het tempo met zo’n vijftien seconden en halverwege de Kleine Veerweg kreeg ik de eerste hagelbui om mijn kale bolletje. Gelukkig had ik mijn muts op. Door deze omstandigheden werd het verlangen naar de Schellerdijk alleen maar groter, dus kort linksaf via een klein stukje Schellerbergweg naar de dijk. Ik weet dat je met wind achter nooit het verlies goedmaakt wat je verliest met wind tegen. Maar dat hoefde ik ook niet. Ik wilde gewoon lekker lopen en vooral blessurevrij. Toch kwam ik er flink doorheen te zitten op die Schellerdijk. Tot ik halverwege in werd gehaald door een BB-loper. Zijn snelheid lag een stukje hoger dan de mijne, dus ik probeerde aan te klampen. Mijn tempo ging wat omhoog en ik kreeg nieuwe moed voor de laatste kilometers. Natuurlijk ging hij te hard en ik moest hem laten gaan. Toen zag ik hem beneden aan de dijk wat dribbelen en ik rende door, haalde hem in en liep door. Een paar honderd meter verderop kwam hij mij weer voorbij gerend en ik probeerde weer te volgen. Wat weer niet lukte, maar ik bleef wel doorgaan. De weergoden knikkerden weer een forse hagelbui over het parkoers. De BB-loper verdween uit het zicht en ik stak het Oldenelerpark over naar de IJsselcentraleweg voor het laatste stuk van de tien kilometer. Ik zag hem nog een keer en dacht: wat hij kan…. Het gaf mij voor de derde keer goede moed om door te gaan. Okay, een toptijd zat er niet in maar wel de tevredenheid over het blessurevrij kunnen lopen. Met dank aan de BB-loper, dus.

Rondje Zwolle: veel hardlopers

Gosh, wat een hardlopers rennen op een woensdagavond rond. Ik denk dat ik zo’n honderd hardlopers ben tegengekomen tijdens het fietsen van het rondje Zwolle. Zo’n 42 kilometers rondom de stad. Met name in het Westerveldsebos stikt het van de hardlopers. Maar goed, het rondje is ongeveer zo lang als een marathon. Ik heb nooit begrepen dat de mensen die twee jaar lang de Zwolse marathon hebben georganiseerd nooit hebben gekozen voor het rondje Zwolle, is vele malen mooier dan een op en neertje naar Kampen. Het is prachtig hoor, het rondje. Vanaf Zwolle- Zuid via de Wythmenerplas richting Berkum. En dan zie je mooie dingen. Parasailers of hoe je ze ook mag noemen vlogen in het rond boven een weiland vlak voor Berkum, als je het achterlangsweggetje neemt. Goed voor het stuurgevoel, vooral als je voor het eerst weer op de racefiets zit. Tussen de Verlaten door en dan rondom Berkum, linksaf een schitterend dijkje langs de Berkummerkolk en dan richting de Agnietenplas. Vooral het fietspad vanaf de Agnietenplas naar de Wijde Aa is heel mooi om te trappen. En daar begon het al met hardlopers. Tussendoor naar de Wijde Aa werd het steeds drukker met wandelaars, hardlopers en Jan Vayne. Het was even goed opletten op de paaltjes want soms staan ze na een kruising of zijn bijna niet te vinden. Met enig keer en draaiwerk vond ik ze toch tot het Westerveldsebos. En daar struikel je over de hardlopers. Tientallen rennen er rond en vooral in groepjes. Van jong tot oud. Zelfs van heel jong tot heel oud. Een trainer voor of achterop en rennen maar. Schitterend gezicht, natuurlijk. Je komt van alles tegen. Een loslopende hond die zijn baas kwijt is. Ik stopte even en lokte de hond. Hij kwam, maar ik zag geen baasje. De hond koos er voor om zijn eigen weg te zoeken.Hij raakte uit het zicht en ik fietste door. Op het beginpunt van de mountainbikeroute stopte ik even. De fietsroute ging over het mountainbikepad. En dat is geen weggetje om met een racefiets overheen te gaan, dus ik koos voor de verharde route. Massa’s hardlopers kwamen me tegemoet. Ik denk dat er wel een dikke vijftig man rondrende. Ik volgde de route richting Stadshagen. De brug over en dan denkt men dat fietsers een trappetje af kunnen terwijl honderd meter verderop een afslag is. Wel is het goed opletten hoe de route verder gaat. Linksaf dus richting het parkoers van de Zwolse triatlon. En dan een tussendoorpaadje. Een groep van dik dertig lopers voor mij. Ik belde een paar keer, maar men hoorde mij niet. Toen ik de laatste lopers inhaalde werd er geroepen ‘Fietser van achteren’.  Er zijn dan mensen die achterom kijken met een blik van ‘Oja?’ en dan is het even oppassen. Want als ze over de linker schouder kijken gaan ze ongemerkt naar links. Dat geldt voor fietsers en hardlopers. Maar goed, in Stadshagen raakte ik het spoor bijster. Een paaltje wees rechtdoor en daarna zag ik ze niet meer. Dus ik besloot via de Werkerlaan richting de Twistvlietbrug te gaan, een stukje door de stad naar het Engelse Werk. De halve stad is opgebroken, dus met enig laveren kwam ik bij het Engelse Werk. Toen had ik al dertig kilometer gehad.Van de Schellerdijk weet ik dat het een zeer populaire hardlooproute is. Ik loop er zelf ook vaak. Het was ook hier behoorlijk druk met hardlopers. En toen kwam ik de paatjes weer tegen van het Rondje Zwolle en volgde braaf de route. Dijk af, dijk op, tussendoortje naar de IJsselcentrale. Ik weet dat ik het fietspad had moeten nemen, maar vind de route over de Jan van Arkelweg iets veiliger. Het begon al donker te worden. Vervolgens een stuk van het nieuwe fietspad en door het Marsbos om uiteindelijk op ruim 42 kilometer uit te komen. Niet slecht voor een woensdagavond lekker trappen. Het weer en de enthousiaste hardlopers maakten dit rondje tot een klein feestje. Ik weet nu ook hoever 42 kilometer is. Ik wil dat volgend jaar gaan lopen. Dus dat wordt trainen op het Rondje Zwolle. Als ik tenminste niet weer het spoor bijster raak. Volgende keer toch maar in Stadshagen goed opletten waar ik het paaltje heb gemist. rondjezwolle