Lopen-treinen-lopen

Ik had natuurlijk geen slechtere dag uit kunnen kiezen om te kijken hoe het is om boven de 21 kilometer hard te lopen. Toen ik zaterdagmorgen wakker werd zag ik – zelfs zonder mijn bril op te zetten – dat de lucht een vreemde kleur had. Een oranjeachtige kleur. Toen ik opstond en uit het raam keek zag ik het: een laag sneeuw. Ik had er totaal geen rekening mee gehouden toen ik mijn snode plan formuleerde. Van Zwolle naar Den Ham hardlopen en dan via de Lemelerberg is het 31 kilometer. Het liefst binnen de 3 uur. De route is zo mooi, vooral over en na de Lemerlerberg. Een andere optie was via Ommen te gaan en dan de schitterende route door het Eerderbos te lopen. De omstandigheden waren op zijn minst niet ideaal. Vooral niet omdat het had gesneeuwd en het ook behoorlijk koud was. Niet de beloofde 5 a 8 graden, wel dooi maar rond de 3 graden. Ik besloot om het toch te proberen, ondanks de klimatologische omstandigheden. Ik had het fietspad gecheckt en er kwamen berichten dat de route via het Eerderbos er niet goed bij lag. In de middag de kleren aan, ik koos voor een wielerjack vanwege de achterzakken, en naar buiten. De eerste meters stampend door de sneeuw om mijn horloge op het fietspad in te drukken. Het fietspad was nat en na een paar honderd meter stond ik al stil voor het verkeerslicht. In de eerste kilometer stond ik vier keer stil, des ondanks een acceptabele tijd. Bij de Wythmenerplas richting Wythmen. Het ging lekker, mooi tempo en het weer viel mee. Na drie kilometer al de handschoenen uit en het wielerjack iets open. Op zich viel het mee. Af en toe een stukje sneeuw en oppassen voor de gladheid. Op het ritme van de muziek kwam Wythmen al snel in zicht. Het oversteken van de Poppenallee kostte iets extra tijd en daarna de lange rechte weg naar Dalfsen. Zes kilometer bijna rechtuit. Ik had de route tot Emmen al vaker gelopen, dus wist wat me te wachten stond. Ik liet bewust het tempo een kwart minuut zakken om niet teveel te vergen en energie over te houden. Vlak voor Emmen moest ik een plaspauze inlassen en dat kostte me meer dan een halve minuut tempo. Ik kon daarna mijn ritme niet meer terugvinden. De klimmetjes richting Dalfsen kostten me meer moeite dan zou moeten en ik zag de trein rijden. Ik dacht na over de route. Een ding was duidelijk: ik moest concessies doen aan mijn plan om 31 kilometer te lopen. Ik kon twee dingen doen. Doorlopen naar Ommen en daar de bus pakken of in Dalfsen zeven minuten gaan treinen naar Ommen en dan doorlopen via het Eerderbos. Optie twee was het meest aantrekkelijk ook omdat ik niet zoveel zin had om de route via Vilsteren te lopen. En vanaf Lemele openbaar vervoer vinden leek me geen optie, dus de route over de Lemelerberg viel af. Ik had nog een kleine tien minuten voordat de trein zou komen, dus ik besloot naar het station te rennen. Ik kon nog net inchecken voor de trein aan kwam rijden en zeven minuten later stond ik dik tien kilometer verder op het station in Ommen voor de laatste acht kilometer. Acht hele zware kilometers, want zoals ik in Dalfsen eindigde begon ik in Ommen. De rust had weinig goed gedaan. Maar goed, het was een training, dus ik besloot om gewoon relaxt door het Eerderbos te lopen en te genieten van de omgeving. En voor wie van plan is om te gaan lopen: het Eerderbos is prachtig. Het fietspad lag in de schaduw, dus het was op sommige plekken wat glibberig en de klimmetjes zijn steil en pittig. Maar de omgeving maakt veel goed. Ik wilde een tempo van gemiddeld tien kilometer per uur zien vast te houden. En dat lukte behoorlijk. Nog even een korte plaspauze en het laatste stuk. Op 18.18 zette ik mijn horloge stil en keek naar mijn tijd, een kleine drie minuten langzamer dan in Egmond. Al met al geen slechte tijd voor een slechte training. Nu wachten op mooier weer om toch een keer mijn plan uit te voeren. De nieuwsgierigheid blijft

Met een kuchje op de bank

Een kuchje, een hoestje en een snotterend neusje. Het gevolg van de halve van Egmond? Het begint traditie te worden, voor zover je na twee keer van een traditie kunt spreken. Vorig jaar had ik het ook. Nu weet ik wel dat je na een forse inspanning een lower level hebt van je weerstand. Dus ergens is het logisch. Daarnaast ben ik door en door nat geregend bij het kijken naar de Strandrace, de dag voor de halve marathon. Het betekent wel dat ik inmiddels vijf dagen met de beentjes op de bank zit. Hoestend, proestend en lichte hoofdpijn; dus weinig zin om te gaan rennen. Ik betwijfel of het zin heeft om te gaan hardlopen. Waarom zou je gaan hardlopen als je niet helemaal fit bent? Ik moet wel dat kleine duiveltje bestrijden dat tegen mij zegt dat ik de loopschoenen aan moet trekken. Mijn gezonde verstand zegt dat het beter is om het niet te doen. Ik ben bezig met mijn planning voor dit jaar en daarin staat onder meer de Stationsloop [Ommen naar Dalfsen], de halve van Zwolle en de halve van Lauwersoog naar Ulrum. Dat is van eind mei tot eind juli. Dus ik heb voldoende tijd om mij voor te bereiden. Daarnaast heb ik geen zin om in een lopersdipje terecht te komen, zoals vorig jaar. Toen liep ik van februari tot en met juli nog geen veertig kilometer per maand, terwijl ik normaal gesproken tussen de 80 en 120 kilometer per maand loop. Vorig jaar was ik twee keer ziek, dat ga ik proberen te voorkomen door in ieder geval nu lekker uit te zieken. En daarbij, met de beentjes op de bank bevalt me op dit moment ook wel. Ik ga van dag tot dag bekijken wanneer ik mijn loopkleding weer aan ga trekken.

reinegmond215

Geëvenaard

Sinds ruim een jaar staat mijn record 10 kilometer op 54.33, gelopen in Dalfsen. Het plan is om deze tijd op de laatste dag van dit jaar te verbeteren. Als het allemaal een beetje meezit moet dat lukken en wil ik richting een minutentijd die gelijk is aan mijn leeftijd. Gisteren ging ik op pad om een relaxte, maar strakke 10 kilometer te lopen als voorbereiding op de tien kilometer van Den Ham. Ik wilde aanvankelijk een rondje ‘dijk’ doen. Een strakke 10 betekent niet te hard starten en het tempo simpelweg volhouden. Het weer was goed. Niet te koud [een graad of 6] en geen regen of veel wind. Mijn eerste kilometers gingen lekker en via 5.20 naar de 5.30. Eerst door het Marsbos en dan richting het nieuwe fietspad. Ook de derde kilometer ging in het goede tempo toen ik rechtsaf de Van Arkelweg opging richting Harculo. Ik wilde via de Katwinkelweg [onderdijks] en dan via de dijk terug. Van rechts zag ik een loopster komen en besloot een wedstijdje te doen. Onderdijks is langer dan over de dijk. Na een paar honderd meter keek ik naar rechts en zag de loopster niet. Dus het ging goed. Ook over mijn tijd was ik enthousiast. De vijf kilometer ging in 27.22, een mooie tijd voor mijn doen. Ook de zesde kilometer ging in dezelfde kilometertijd en ik besloot om door te lopen richting Windesheim om zo ongestoord mogelijk de tien kilometer te lopen. Ik rekende dat ik op een 54-er uit zou kunnen komen. Ik voerde het tempo licht op. Ik lag zo’n anderhalve minuut achter op mijn tussentijd van de snelste tien. Dus had ik vier kilometer nog ruim twintig seconden te verbeteren. En dat moest wel mogelijk zijn, gezien mijn huidige conditie. Maar dan moest ik minstens het huidige tempo vasthouden en de tweede zelfs ietsje sneller lopen dan de eerste vijf kilometer. Met een 27.11 zou ik de tijd evenaren. Na zeven kilometer versnelde ik, maar moest wel geluk hebben bij het oversteken van de N337. Ik had nog precies 1.20 goed te maken in drie kilometer. Het moest nog een flinke eindspurt worden, maar ik waagde het erop. Met name om mijn tweede vijf kilometer sneller te lopen. Bij het binnenlopen van van Windesheim keek ik even op mijn horloge. Acht kilometer onder de 44 minuten. Nog tien te gaan in maximaal 10.36. Dat moest lukken. De kruising in Windesheim afgestoken en bij de N337 alle geluk van de wereld dat er geen auto’s aankwamen. Nog dertienhonderd meter in een strakke sprint. Nog even knallen, dus. Het ging me gemakkelijker af dan gedacht en toch de opluchting bij het piepje van de tien kilometer 54.33, exact. Even rustig aan, uithijgen en dan nog het laatste stukje richting huis. Relaxt uitlopen en toch nog even mijn snelste twaalf kilometertijd verbeteren 1.05.53. Kortom: de vorm is er, nu deze vast zien te houden de komende weken. Het is nog twee en een halve week tot de midwinterloop op oudejaarsdag en nog vier weken tot de halve van Egmond.

BLØF

Hoe ver je gaat heeft met afstand niets te maken, hoogstens met de tijd

Hoe diep je gaat heeft  met denken niets te maken, hoogstens met een wil

Nee, ik heb dit niet zelf verzonnen, maar BLØF. Het zijn voor mij wel de twee kernzaken van hardlopen. Ver en diep-gaan. Twee elementaire zaken om beter te worden. De strijd met jezelf aangaan en vooral je eigen doorzettingsvermogen. Ik heb nu week twee erop zitten in voorbereiding op de halve marathon van Egmond. Zeven weken mag ik in het weekeinde twaalf kilometer lopen. Een mooi moment om te kijken hoe ik ervoor sta. Het verschil tussen week 1 en week 2 is veertien seconden. Dit verschil zat vooral in de eindsprint die ik er deze week uit kon persen, een winst van een halve minuut op de laatste kilometer. Ik had deze week wat meer over dan de week ervoor. De stimulans bij de eerste loop was vooral twee duo’s die ik in wilde halen. Na zes kilometer kreeg ik een duo in het vizier die ik na anderhalve kilometer inhaalde en toen op ruim acht zat zag ik nog een duo. Stimulans om toch een tikje harder te lopen. Zondag moest ik het helemaal zelf doen. Ik heb niet eens een hardloper gezien. Ik koos wel een andere route omdat het oversteken van de Heinoseweg toch tijd kost. Dat had ik op de route over Laag Zuthem niet en daarbij is het heerlijk lopen over het dijkje. Nu behoort Laag Zuthem tot een van mijn favoriete plaatsen omdat ik dan ook door kan lopen naar Heino of de route door de weilanden. Ik kan aan deze kant van de stad wel een tiental routes maken variërend van vijf kilometer tot een halve marathon. De afstanden die ik loop. Maar goed, ik mag dus de komende weken mij vermaken met afstanden tussen 10 en 18 kilometer. Deze week staan 35 loopkilometers op mijn programma. Dinsdag 10 kilometer, donderdag dertien en in het weekeinde weer twaalf. In augustus heb ik 121 loopkilometers achter de rug. Nog zo’n zeshonderd te gaan tot begin januari. Dus iedere maand rond de 12 kilometer rennen. 

Helaas heb ik voor zaterdag de tien kilometer van Dalfsen afgezegd. Ik las een verhaal van mijn oud-collega Anja Bos over deze loop. Het rondje langs de Vecht maakt dat je vecht voor wat je waard bent… Vorig jaar liep ik er mijn PR. Ik had deze graag willen verbeteren. Dat moet volgend jaar maar gebeuren…

Zondag 13 januari 2013

994832_10151472140827721_93275124_n

Tweet van vandaag: vanavond maar weer even de loopschoenen aantrekken. Nog 4 maanden en 7 dagen… doel: 10.5 kilometer binnen het uur! Moet lukken, toch?
Stoute loopschoenen aan en een beproeft rondje van een kleine 7 kilometer. Natuurlijk te enthousiast van start in tempo 5.22. Tussen 2 en 4 zwaar, daarna weer beter. Mooi in de avondschemering, een haasje huppelt vooruit en een reiger staat te vissen. Het is mooi in de Sekdoornse polder.

Dit schreef ik een klein jaar geleden. Toen was het september 2012, nu juli 2013 en veel loopervaring rijker, inmiddels. Die tien en een half (kwart marathon) op het strand van Egmond lukte dus niet in het uur. Had me in ieder geval verrekend in de tijd die ik nodig had om van het strand af te komen. Ruim zes minuten stilgestaan. Dus was een tijd van 1.04 realistisch geweest, als ik had doorgelopen. Nou had ik al een 1.03 staan uit een grijs verleden (de tien van Berkum).
Voor de loop in Egmond ‘trainde’ ik nog bij de vijf kilometer van Den Ham. Het werd iets van 5340 meter, maar vijf kilometer in nipt een half uur. Kapot na drie kilometer. Veel te hard van start in de eerste anderhalve kilometer. 5.08 op de eerste kilometer. Daarbij was ik niet geheel fit. Beetje verkouden. Maar goed, de leerschool is nooit goedkoop. Maar goed, op 13 januari met veel bravoure gezegd dat ik half januari 2014 de halve van Egmond ging doen. Nog een jaar trainen. Dan moet 21 kilometer hardlopen wel lukken. Overmoedig besloot ik uiteindelijk ook te gaan voor de halve marathon van Zwolle. Aan het eind van mijn vakantie. Dik vier maand trainen moest voldoende zijn. Focussen op een loop.

Dus vol in training, kilometers maken. Kortere doordeweekse trainingen afwisselen met het lange duurwerk op zaterdag of zondag. Een paar keer 21 kilometer proberen te lopen. En raad eens: het werkt. Hoewel het niet gemakkelijk is, is 21 kilometer te doen, vond ik en vind ik nu nog. De halve van Zwolle liep echt heel goed. Maatje Moira had er meer problemen mee. Bijna moeiteloos liep ik de 21 kilometer en kwam fris en fruitig, samen met Moira, over de finish. De tijd op mijn horloge was acceptabel. Volgens mijn horloge liep ik 21.51 kilometer in 2.07.49. Dat ik volgens de tijdwaarneming van de organisatie iets hoger uitkwam… Ik wilde tussen de 2.05 en 2.10 lopen en dat lukte. De volgende loop is weer een training, de tien kilometer van Berkum (Salverdaloop) ergens in augustus. Een verbetering van mijn oude tijd moet er in zitten. Daarna de halve marathon van Dalfsen. Vooral omdat het parkoers me zo leuk lijkt. En ja, na de halve van Zwolle zat ik in een dipje. Immers, het duurt nog een half jaar tot Egmond. Maar.. Egmond, here I come.

Als ik naar mijn statistieken in Endomondo kijk dan heb het dit jaar al 565 kilometer gelopen, tegenover 241 kilometer in 2012. Vanmiddag of vanavond weer even de loopschoenen aan. We gaan weer acht weken fanatiek in training, want de tijd van Zwolle is voor verbetering vatbaar. De 10 onder het uur en de 21 rond de twee uur. Ik kijk er naar uit hoeveel loopmaatjes ik vandaag weer tegenkom.