Hardlopen is blijven verbeteren

De afgelopen tijd heb ik wat oude recordtijden laten sneuvelen. Eentje die nog stond was mijn coopertesttijd. Die vermaledijde 2.5 kilometer kwam ik maar niet over. Tot drie keer ‘struikelde’ ik op 2.49 kilometer in twaalf minuten. Ik had maandag een lange duurloop gedaan van bijna dertien kilometer en vandaag was het de beurt aan wat sprintwerk en ik wilde mijn tijd op de coopertest wel eens aanscherpen. Een kwartiertje tot twintig minuten inlopen, twaalf minuten keihard en dan nog wat sprintjes trekken tot slot. Onder het lopen bedacht ik wat de meest logische route was om twaalf minuten hard te lopen. En ook de meest eerlijke. Dat betekent dus niet twaalf minuten rennen met een straffe wind achter. Want records moeten ook voor verbetering vatbaar zijn. Onder het lopen voelde ik de wind schuin tegen en bedacht dat ik wel een stuk Heinoseweg kon pakken en dan linksaf de Zuthemerweg op met de wind schuin achter. En de coopertest is gewoon een kwestie van gaan en niet meer omkijken. En de start is altijd te snel en dat moet je binnen een paar honderd meter herstellen. De wind schuin tegen viel me tegen, maar dan met schuin achter zou het een en ander goedmaken. Met vier minuten draaide ik al de Zuthemerweg op en kreeg de wind schuin achter. Nadeel is wel dat hier meer verkeer is en ik moest twee keer van de weg af om langs een auto te slingeren, wat tempo kost. Na precies 10 minuten de Aalvangerweg op en de wind helemaal in de rug, maar dat was slechts twee minuten en mijn benen voelden dat ook. Nog even doortrekken om de tijd op 12 minuten te laten afklokken. Ik keek op mijn horloge, maar kon me niet meer herinneren op welke afstand ik was gestart. Balen, dus later thuis kijken naar het antwoord. Al sprintjestrekkend en vooral nieuwsgierig naar huis. Direct naar de werkkamer om te kijken wat het resultaat was. En ja hoor, eindelijk boven de 2.5 kilometer. Daarmee is het oudste record uit de boeken. Nu jacht gaan maken op de vier tijden uit 2014. En dat zijn voornamelijk de tijden op de middenlange afstand, die kan ik aan gaan vallen in mijn trainingen voor de halve marathon in juni.

Mijn huidige recordlijstje is nu:

12-minute test            2.56 km op 29 april 2015 (Zwolle)

Eén uur                     11.11 km op 3 april 2015 (Zwolle)

1 km                          4m:26s op 29 april 2015 (Zwolle)

1500 meter                 6m:55s op 29 april 2015 (Zwolle)

1 mijl  (1.6 km)            7m:22s op 29 april 2015 (Zwolle)

3 km                          14m:38s op 25 november 2014 (Zwolle)

4km                            20m:11s op 20 april 2015 (Zwolle)

3 mijl (4.8 km)             24m:37s op 20 april 2015 (Zwolle)

5 km                           25m:31s op 20 april 2015 (Zwolle)

6 km                           30m:33m op 1 februari 2015 (Apeldoorn)

5 mijl (8 km)                41m:29m op 20 april 2015 (Zwolle)

10 km                         52m:57s op 31 december 2014 (Den Ham)

12 km                         1h:05m:54s op 27 april 2015 (Zwolle)

15 km                         1h:23m:55 op 7 december 2014 (Zwolle)

10 mijl (16 km)            1h:29m:40 op  7 december 2014 (Zwolle)

Half marathon             1h:59m:21s op 11 janari 2015  (Egmond aan Zee)

Stijve beentjes na halve Egmond

Poeh poeh, the day after Egmond. Met stijven benen op de bank. Maar het is het wel waard! Méér dan, zelfs. Maar wat is het een afstand: 21 kilometer. En dan de eindtijd: net onder de twee uur. Ik had zelf iets meer gehoopt, maar dat terzijde. De omstandigheden waren niet ideaal om een toptijd te lopen en ik ben iets te lief geweest. Vooral voor mijzelf. Ik had domweg wat harder moeten lopen en op de lastige stukken – ik wist dat ze kwamen – ietsje assertiever moeten zijn. Met name de eerste drie kilometer en het stuk halverweg door de heuvels. Maar goed, het zij zo en mijn eindtijd van 1.59.22 staat en is voor verbetering vatbaar. Maar wat was het een strijd tegen de wind. Vooral het stuk richting vuurtoren, straffe wind tegen en opwaaiend zand. Dat was al te merken tijdens de plaatselijke ronde van drie kilometer. Het was druk, heel druk. Ik heb de indruk dat de groepen iets sneller achter elkaar werden weggeschoten dan vorig jaar. Maar dat kan ik niet controleren omdat niets te merken viel wanneer de startgroepen voor ons zijn weggegaan. Dit kwam door de harde wind. Het enige was meelopen naar de start en op het juiste moment het horloge indrukken. Geen startboog dit jaar want die was slachtoffer geworden van de harde wind. Dus over de matten en gaan. Maar het was druk, ik wist dat ik in de eerste bocht de rechterkant op moest zoeken, bij de tweede binnendoor om zodoende een paar plaatsen winst te boeken. Maar het tempo lag in de eerste kilometers heel laag: 5.39. Veel meer winst viel niet te  halen omdat het voor mij een golvende massa van hardlopers was. Het ging gelukkig wel wat sneller in de tweede en derde kilometer, maar toen het strand op. De harde wind vanuit zee, de zandduinen en het opspattende water. Tussen het publiek door richting zee. Het gejuich van het publiek viel in het niets van het gehuil van de wind. Jammer genoeg kwam de wind van opzij, ik had het liever iets rugwind gehad en dan op de terugweg wat meer tegen. Want nu moest je oppassen dat je jezelf niet tackelde. De keuze was in het water lopen, op het stukje harde strand of iets naar links in het mulle zand. Ik koos er voor om op het stukje harde strand te blijven lopen. Maar dat was wel het drukste deel. Het tempo bleef rond de 5.30 en dat had ik mezelf ook beloofd. Ik wilde rond de 55 minuten op het tien kilometerpunt zijn om vervolgens in hetzelfde tempo richting de finish te lopen. Ik had niet ingecalculeerd dat ik wat tijd zou verliezen in de heuvels en dat gebeurde wel. Natuurlijk wist ik dat het risico daar was. Ik bleef op het strand zoeken naar het juiste tempo, versnelde wat om even later weer afgeremd te worden omdat ik achter een langzamere loper terecht kwam. Even over mijn schouder kijken of ik er omheen kon. Soms lukte het, soms niet. Ik kwam in 55 minuten van het strand af. Mijn horloge piepte op het moment dat we omhoog moesten, de duinen in. Ik verloor teveel tijd bij de drankpost. Moest stoppen om wat te drinken te krijgen. Een paar slokken en verder. In de duinen werd het opstopping na opstopping. Het tempo zakte en ik wilde niet als een ‘zak’ met tussen de andere lopers doorwringen. Anderen deden dat wel en duwden andere lopers domweg aan de kant. Want het pas is smal in de duinen en de hellingen pijnigen de kuiten. Ik accpteerde mijn verlies en het zou later wel wat beter worden. Ik wilde mijn tempo weer richting vijf en een halve minuut zien te krijgen, dat lukte deels. De meeste kilometers bleef ik steken tussen 5.35 en 5.40. En toen kwam de zeventiende kilometer, toen werd het pas echt lastig. De wind kreeg wat meer vat op de lopers en ik wist dat de laatste vier kilometer heel zwaar gingen worden. Met name de laatste twee kilometer met de straffe wind op de Bloedweg. Natuurlijk wist ik wel dat ik mijn tijd van vorig jaar ging verbeteren, maar ik zag ook dat de grens van twee uur dichterbij kwam. Ik rekende mijn verlies uit tussen de twee en vier minuten. Sowieso wilde ik onder de twee uur blijven. Ik verloor in de laatste vier kilometer tenminste twee hele minuten op mijn eindtijd. Het was zwaar. En toen kwam de Bloedweg nog. Weer een opstopping van langzamere lopers, ik liep door de berm een paar voorbij om mijn tempo proberen te herwinnen. Maar daarmee verspilde ik kostbare kracht. En van een eindsprint was geen sprake meer, het werd een kwestie van uitlopen. Met name de laatste honderden meters, de weg loopt op en de finish lijkt zover weg. Ook omdat ik niet meer wist hoever het nog was naar de finsh. Uiteindelijk kreeg ik het voor elkaar om onder de twee uur over de finishlijn te komen. Een winst van zes minuten en twintig seconden en ook nog eens winst van zo’n 1800 plaatsen in het klassement.

En nee, Egmond is en blijft geen halve marathon om je toptijd flink aan te scherpen. Daarvoor zijn de factoren te wispelturig vanwege het weer en ook de drukte op het parkoers. Het is gewoon heel lastig om je eigen tempo te krijgen omdat er heel veel lopers zijn. Maar ondanks dat is het wel machtig mooi om in Egmond te lopen. Het is en blijft een aanrader. Aan de andere kant heb ik nu de gelegenheid om mijn tijden verder aan te scherpen. De halve marathons van Zwolle en Lauwersoog naar Ulrum staan dit jaar op het programma. Dus lekker trainen richting de zomer.