Bijna weer ‘back on track

Als ik de hond uit laat kan ik het niet laten af en toe even een kort sprintje te trekken. Kijken hoeveel rek er in mijn kuit zit. Vorige week heb ik een kort loopje gedribbeld van zo’n vijf kilometer, maar dat viel me vies tegen. Na een paar meter lopen voelde ik mijn kuit en ging weer wandelen. Tweehonderd meter maximaal en dan weer wandelen. En dat na zes weken ‘ziektewet’. Ik weet het, ik moet geduld hebben. Ik sta dagelijks mijn kuitspieren op te rekken. Op de trap, tegen de muur of ik pak een stoel om tegenaan te leunen. En maar rekken en strekken, vooral om de spier sterker te maken. Maar goed, zo af en toe trek ik een sprintje om te kijken hoever ik ben om weer ‘echt’ te gaan lopen. Met fietsen heb ik nergens last van, het is alleen het afwikkelen van de voet tijdens het hardlopen dat mijn kuitspier opspeelt. Zoal gezegd, het is al zes weken dat ik er last van heb. De ene keer meer dan de andere keer. Maar helemaal goed is het nog niet en ik weet dat ik geduld moet opbrengen om weer te gaan hardlopen en mijn trainingen op te pakken richting de halve van Zwolle. Dat is pas in juni, dus ik heb de tijd nog wel. Ik merk ook dat ik momenteel wat minder lees over hardlopen. Even niet, als ik in de lappenmand zit.

Maar het gaat beter inmiddels. Ik kan een kort sprintje trekken zonder pijn. De volgende stap is om te gaan dribbelen en daarna wordt het weer rennen. Tenminste die hoop leeft bij mij. Vooralsnog kan ik alleen maar jaloers kijken naar alle hardlopers die ik zie tijdens het uitlaten van de hond. Ik wil me graag weer in dat peloton gaan voegen. Binnenkort, dus!!

WP_20150320_007

Trainen van de kuitspier

Dit is mijn training op dit moment, naast het maken van de dagelijkse lange wandelingen.

WP_20150315_001

Dat betekent dus dagelijks excentrische oefeningen dat moet zorgen voor meer bloedcirculatie in de achillespees en een duidelijke pijnafname. Begin met concentrisch trainen zodra de peesgevoeligheid acceptabel is. Deze trainingsvorm is binnen het herstel het meest geschikt voor het ontwikkelen van spierkracht.

Dus sta ik iedere dag op de trap om mijn pees en kuitspier te trainen, om de belastbaarheid te verhogen. Ik probeer iedere dag wel even een dribbel te doen, maar na een klein stukje voel ik mijn kuitspier weer, dus stop ik er mee. Nog een paar dagen rust en dan wil ik weer proberen om langere stukjes te gaan hardlopen. Tsja, het valt me niet mee om niet te rennen, maar het is nu eenmaal zo. En ik wil natuurlijk zo snel mogelijk weer Back On The Run!

Hardlopen met de handrem er op

Er bestaat inderdaad een formule voor lekker hardlopen. Ik ben er achtergekomen dat het niet altijd hard hoeft. Zondag heb ik bewust met de handrem erop gelopen. En ik moet zeggen dat het niet simpel is, want het lijf wil harder. Het zit zeker tussen de oren want als ik op mijn horloge kijk gaat het gewoonweg te langzaam. Maar ik werd door twee meiden gewezen op ‘vogeltjes kijken’ [dank je wel Tanja en Elsa voor de wijze raad] en zondag was echt zo’n dag om dat te testen. Het zonnetje scheen, er stond behoorlijk wat wind. Ik wilde doelbewust een flink stuk met tegenwind gaan lopen, met de verleiding om vroegtijdig af te kunnen slaan en een kortere route naar huis te nemen. Doel was tien kilometer met een tempo van tien kilometer per uur. Het is net twee jaar geleden dat ik zou jubelen bij dit tempo over die afstand. Om precies te zijn was dat op 7 april 2013 toen ik voor het eerst de tien kilometer onder het uur deed.  In 2009 liep ik dat ook, maar dat tel ik even niet mee. Ik had tussen 2009 en 2012 nauwelijks tot niet hard gelopen en in zo’n lange tijd is de conditie tot bijna nul gereduceerd. Maar goed, zondag was het dus heerlijk weer om een lekker rondje te maken. Terwijl ik de eerste meters maakte wist ik niet welke route ik wilde gaan lopen. Eerlijk gezegd liet ik het een beetje van de wind afhangen omdat ik dus een flink stuk met tegenwind wilde lopen. Ik besloot het rondje Soeslo, Laag Zuthem te gaan lopen. Ten eerste omdat het een hele mooie route is en ook omdat ik een stuk van drie kilometer met straffe tegenwind moest lopen. En net het stuk tussen zeven en tien kilometer. Ik had natuurlijk voor de gemakkelijkste optie kunnen kiezen door het rondje andersom te lopen. Had ik het stuk met rugwind gelopen en door het bos met wind tegen. Maar ik ben geen lafaard en koos voor de zwaarste optie. Maar wel ‘al vogeltjes kijkend’ lopen. Na de eerste kilometer kreeg ik rugwind en dat nodigde uit om harder te gaan lopen. Ik deed het echter niet. Ik liet mijn tempo zakken van 5.30 richting zes minuten per kilometer. Pas richting zes kilometer testte ik even mijn snelheid door het op te voeren naar onder de vijf minuten de kilometer. Daarna was het weer terug naar mijn oorspronkelijke tempo, ook om energie te sparen om het stuk tegenwind het tempo vast te kunnen houden. Buiten Laag Zuthem merkte ik pas hoe straf de tegenwind was, maar ik wilde onder de zes minuten blijven. Halverwege lonkte de afslag om een paar kilometer af te snijden, maar ik deed het niet. Glimlachend liet ik de afslag rechts liggen en rende door. De tien kilometer deed ik netjes in 58 minuten. Ik voelde wel mijn kuit weer opspelen, het ‘cadeautje van Apeldoorn’ en trok nog even een sprintje tot na het viaduct. De laatste kilometers nog even lekker intervallend uitgelopen, ook om mijn kuit niet verder te belasten. En toch gebeurde dat ongemerkt wel. Dus het is nu even een kwestie van rustig aan doen. Niet te veel hardlopen, wandelen en fietsen en hopen dat de kuit zich snel herstelt. 10176082_10153123033264206_8891234425907136749_n