Hardlopen met de handrem er op

Er bestaat inderdaad een formule voor lekker hardlopen. Ik ben er achtergekomen dat het niet altijd hard hoeft. Zondag heb ik bewust met de handrem erop gelopen. En ik moet zeggen dat het niet simpel is, want het lijf wil harder. Het zit zeker tussen de oren want als ik op mijn horloge kijk gaat het gewoonweg te langzaam. Maar ik werd door twee meiden gewezen op ‘vogeltjes kijken’ [dank je wel Tanja en Elsa voor de wijze raad] en zondag was echt zo’n dag om dat te testen. Het zonnetje scheen, er stond behoorlijk wat wind. Ik wilde doelbewust een flink stuk met tegenwind gaan lopen, met de verleiding om vroegtijdig af te kunnen slaan en een kortere route naar huis te nemen. Doel was tien kilometer met een tempo van tien kilometer per uur. Het is net twee jaar geleden dat ik zou jubelen bij dit tempo over die afstand. Om precies te zijn was dat op 7 april 2013 toen ik voor het eerst de tien kilometer onder het uur deed.  In 2009 liep ik dat ook, maar dat tel ik even niet mee. Ik had tussen 2009 en 2012 nauwelijks tot niet hard gelopen en in zo’n lange tijd is de conditie tot bijna nul gereduceerd. Maar goed, zondag was het dus heerlijk weer om een lekker rondje te maken. Terwijl ik de eerste meters maakte wist ik niet welke route ik wilde gaan lopen. Eerlijk gezegd liet ik het een beetje van de wind afhangen omdat ik dus een flink stuk met tegenwind wilde lopen. Ik besloot het rondje Soeslo, Laag Zuthem te gaan lopen. Ten eerste omdat het een hele mooie route is en ook omdat ik een stuk van drie kilometer met straffe tegenwind moest lopen. En net het stuk tussen zeven en tien kilometer. Ik had natuurlijk voor de gemakkelijkste optie kunnen kiezen door het rondje andersom te lopen. Had ik het stuk met rugwind gelopen en door het bos met wind tegen. Maar ik ben geen lafaard en koos voor de zwaarste optie. Maar wel ‘al vogeltjes kijkend’ lopen. Na de eerste kilometer kreeg ik rugwind en dat nodigde uit om harder te gaan lopen. Ik deed het echter niet. Ik liet mijn tempo zakken van 5.30 richting zes minuten per kilometer. Pas richting zes kilometer testte ik even mijn snelheid door het op te voeren naar onder de vijf minuten de kilometer. Daarna was het weer terug naar mijn oorspronkelijke tempo, ook om energie te sparen om het stuk tegenwind het tempo vast te kunnen houden. Buiten Laag Zuthem merkte ik pas hoe straf de tegenwind was, maar ik wilde onder de zes minuten blijven. Halverwege lonkte de afslag om een paar kilometer af te snijden, maar ik deed het niet. Glimlachend liet ik de afslag rechts liggen en rende door. De tien kilometer deed ik netjes in 58 minuten. Ik voelde wel mijn kuit weer opspelen, het ‘cadeautje van Apeldoorn’ en trok nog even een sprintje tot na het viaduct. De laatste kilometers nog even lekker intervallend uitgelopen, ook om mijn kuit niet verder te belasten. En toch gebeurde dat ongemerkt wel. Dus het is nu even een kwestie van rustig aan doen. Niet te veel hardlopen, wandelen en fietsen en hopen dat de kuit zich snel herstelt. 10176082_10153123033264206_8891234425907136749_n