Hoe dom kun je zijn…

Inderdaad, hoe dom kun je zijn. Te weinig gegeten en dan kom je de man met de hamer tegen. Hij stond net na Lemele en mepte raak. Ik had het kunnen weten en toch… Met het windje in de rug ging het lekker naar de Lemelerberg. In een mooi strak tempo de eerste twintig kilometer. Toen ik de Lemelerberg opfietste had er een belletje moeten klinken. Het ging niet echt lekker omhoog en kwam moeizaam boven. Ik had gewoon even moeten nadenken over het eten van die dag. Ontbijt en twee crackers met een kop soep is niet genoeg om te presteren. En in Lemele was ik halverwege en moest dus nog een dikke 25 kilometer terug met de wind tegen. En het leek wel of het harder was gaan waaien na de koffiestop bij café De Driesprong. In plaats van alleen een colaatje drinken had ik gewoon wat moeten eten. Maar goed, ik merkte het pas echt toen ik weer vertrok richting Lemelerveld. Natuurlijk is het met tegewind veel lastiger trappen dan wind achter, maar ik kwam niet eens aan de 25 km/uur. En dan was het nog moeizaam. Tweede fout is om in Lemelerveld niet van de fiets te stappen en ergens een marsje of zo te kopen. In plaats daarvan wachtte ik tot de benzinepomp net buiten Lemelerveld en daarvan bleek de shop gesloten. Dus moest ik door naar Heino en toen was het natuurlijk al veel te laat. Een mars en een blikje red bull hielpen mij wel door de laatste tien kilometer, maar wel met een gevoel ‘leeg’ te zijn. Geen kracht in de benen en vooral weinig tempo. Gelukkig waren de eerste kilometers buiten Heino wel lekker beschut, ik had wat hernieuwde energie. Maar om te zeggen dat het fietsen lekker ging. Het is niet de eerste keer dat het mij overkomt om te weinig te eten. Dus in het vervolg beter opletten met mijn voeding, want ook voor hardlopen is het domweg heel belangrijk om goed te eten. Vooralsnog: ik domme ik!

Kuitenbijters op de Lemelerberg

Oef, wat is het zwaar. Ruim tien kilometer Lemelerberg. Het tegenovergestelde rondje is nauwelijks lichter dan de ronde van vorige week. Waar ik dacht dat ik verlost was van de steile klimmetjes, blijken de langere klimmetjes meer dan kuitenbijters. Vanaf het restaurant op de berg gaat het eerst lekker naar beneden en zit het tempo er goed in. Ik sla rechtsaf en kom een bekende tegen. Dit stuk dalen duurt maar een kleine twee kilometer en dan gaat het omhoog en omhoog en nog eens omhoog. Een paar honderd meter na de parkeerplaats merk je aan je kuiten dat de lange weg naar de eerste top begint. Na drie kilometer denk je: wanneer ben ik er nou? Dan gaat het pad linksaf en even later rechtsaf en dan wordt het nog steiler. Als je dan op de top bent dan is er maar een ding: waar moet ik heen. Direct naar links en dan naar beneden. Het pad loopt niet gemakkelijk en er zijn veel stronken. De trap is een opluchting als je hem naar beneden mag lopen. Na vier kilometer volg ik het pad wat ik een week eerder had gemist. Een stukje bos en dan rechtaf om weer even tempo te maken. Dan weer het bos in. Het pad loopt lekker, het zand is nat van de regen en is wat harder geworden. Eindelijk een stukje om in je tempo te komen. Dan volgt weer een forse klim richting heide. Maar dan zit je al op zes kilometer. Tussen zeven en acht kilometer wordt het even heel zwaar en het tempo gaat fors omlaag. Als je dan over de heide draaft weet je dat het nog een kilometer of drie is naar het einde. Een kilometer later eindelijk de zendmast en dan is het vrij simpel. Een beetje klimmen en veel dalen naar het restaurant. En een tijd die twee minuten sneller is dan een week eerder.

Ik voel mijn kuiten branden. Ze hebben hard gewerkt vandaag. Ik vraag me af hoe je sneller kunt worden op dit lastige terrein. Misschien starten op de parkeerplaats onderaan de berg. We gaan het proberen de volgende keren. Twee keer tegen de berg op, in tegenovergestelde richting. En wellicht de komende tijd toch een keer proberen om de ronde twee keer te lopen. Alvast in voorbereiding op de halve marathon van Egmond in januari. Dat wordt dan 21 kilometer bikkelen. Maar zei Patricia: dan wordt Egmond een makkie. We zullen zien.

Rondje Lemelerberg

Je zou zeggen dat als je een rondje Lemelerberg doet en beide in tegengestelde richting dat je elkaar tegen moet komen. Dus niet. Er is namelijk een klein stukje van een paar honderd meter waar je een verschillende route kunt lopen. Wellicht dat de bordjes niet helemaal duidelijk zijn, of ik heb het niet goed begrepen. In ieder geval. Je loopt in tegenovergestelde richting en pas bij de finish zie je elkaar terug. Natuurlijk rijst de vraag na de finish waar je elkaar gemist kan hebben. Dat maakte uiteindelijk Endomondo duidelijk na de data geladen te hebben. Op kilometerpunt 5 (route rechtsom lopend kom je uit het bos en dan wijst een pijl linksaf. Ik dacht: mooi, lekker stukje verhard pad. Maar blijkbaar staat er nog een bordje dat je linkaf moet slaan. Bij kilometer 6 zag ik pijlenpaaltje aan de andere kant van de weg staan, wat ik een vreemde plek vond. Deze gaf mij de keuze, rechtsaf of linksaf [terug]. Dus gekozen voor rechtsaf wat de juiste keuze bleek te zijn. Ik schrok overigens wel van de steile klim omhoog die volgde. Maar goed, na 10.2 kilometer was ik terug bij het startpunt. Achthonderd meter meer dan de aangegeven afstand. Morgen staat de loop opnieuw op het programma, alleen dan net andersom. Ik ben heel nieuwsgierig hoe het gaat en of we elkaar tegenkomen. Als dit opnieuw niet gebeurt is het zeker dat het paaltje bij vijf kilometer niet helemaal duidelijk is. Ik ben ook nieuwsgierig of ik mijn tijd kan verbeteren. Ik loop morgen het rondje linksom. ZOEK HET VERSCHIL… rondjejosethrondjerein